De rulingcommissie bevestigt het administratieve standpunt dat rechtspersonen kunnen kiezen hun bestuursprestaties al dan niet aan de btw te onderwerpen, en dat deze keze in principe onherroepelijk is.
Voorafgaande beslissing nr. 2011.262 van 5 juli 2011
Voorafgaande beslissing nr. 2011.097 van 5 april 2011
Wanneer een onderneming tegen gunstprijzen gas en elektriciteit levert aan haar personeel, dan is ingevolge de toepassing van artikel 33 Wbtw de btw verschuldigd over een minimum maatstaf van heffing, zijnde de normale waarde.
De rulingcommissie aanvaardt dat wanneer de werkgever volgens de CAO hiertoe verplicht is, als normale waarde de aankoopprijs bij de leverancier van de gas en elektriciteit genomen mag worden.
Voorafgaande beslissing nr. 2011.294 van 23 augustus 2011
Een AGB gaat de uitbating van de cafetaria van een sportinfrastructuur uitbesteden aan een derde. Gelet dat in de exploitatieovereenkomst diverse verplichtingen worden opgelegde aan de uitbater, moet de overeenkomst tussen het AGB en de uitbater beschouwd worden als het verlenen van een recht tot uitoefening van een beroepsactiviteit en niet als een vrijgestelde onroerende verhuur.
De subsidies hebben geen impact op de aftrek aangezien het algemene werkingstoelagen betreft en het AGB geen handelingen verricht die buiten de toepassing van de btw-wetgeving vallen.
Voorafgaande beslissing nr. 2011.132 van 23 augustus 2011
De rulingcommissie aanvaardt dat de aanrekening voor de terbeschikkingstelling van personeel door een door artikel 44, § 2,2° Wbtw vrijgestelde vzw eveneens van de btw is vrijgesteld omdat dit kadert binnen een erkende en gesubsidieerde samenwerkingsovereenkomst van de bevoegde overheid die overeenkomstig artikel 44 § 2, 2° van het btw-wetboek is vrijgesteld van de btw.
Voorafgaande beslissing nr. 2011.347 van 20 september 2011
Om de btw op de oprichting van een gebouw volledig te kunnen recupereren moet bij de vestiging van een zakelijk recht de verkoopprijs van dit recht de oprichtingsprijs van het gebouw benaderen. Volgens de fiscus is dit het geval wanneer de verkoopprijs minsten 97,5% van de oprichtingsprijs bedraagt indien het zakelijk recht wordt gevestigd voor een periode van minstens 10 jaar. Bij een kortere periode moet de verkoopprijs minstens 95% van de oprichtingsprijs bedragen.
Indien naast de aankoop van het gebouw ook over de aankoop van het bijhorend terrein btw werd aangerekend, moet de 97,5% of de 95% dan berekend worden op enkele de aankoopprijs van het gebouw, of moet de aankoopprijs van het terrein mee opgenomen worden in deze berekening?
De administratie heeft hierover nog geen standpunt ingenomen en de minister kondigt d epublicatie van een circulaire hierover aan.
Werk in onroerende staat en andere onroerende handelingen die de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van sauna’s tot voorwerp hebben zijn uitgesloten van het verlaagd btw-tarief van 6%.
Ook het geheel van de inrichting inclusief het lokaal of het gebouw waarin de saunacabine zich bevindt, is van dit verlaagd tarief uitgesloten.
Bijgevolg is ook de uitbreiding van een woning met een ruimte waarin de sauna zal worden ondergebracht uitgesloten van het verlaagd tarief.
Bij een wijziging in gebruik van deze ruimte na een eerste aanwending die toevallig en van korte duur is en strijdig met de normale bestemming waarvoor het lokaal werd ontworpen, dan kan de administratie rekening houden met de daaropvolgende meer betekenisvolle aanwending.
Senaat, vraag nr. 5-4971, Tommelein, 23 december 2011
De Minister deelt mee dat de btw-vrijstelling voor geneeskundige verstrekkingen op dit moment herbekeken wordt voor wat betreft de paramedische beroepen.
De minister bevestigt de inhoud van de beslissing nr. E.T. 119.653 van 11 juli 2011, waarin wordt gesteld dat elkeen die naar aanleiding van het regelmatig organiseren van sportevenementen goederen en diensten onder bezwarende titel verstrekt, als btw-plichtige wordt aangemerkt.
Hij wil zich niet uitspreken over de termijn waarbinnen dergelijke organisatoren hun toestand moeten regulariseren.
Alle organisatoren van sportevenementen moeten zonder uitstel contact opnemen met hun plaatselijk btw-controlekantoor om zich in regel te stellen.
Aangezien de Commissie een evaluatie zal opstarten van de huidige tariefstructuur van de btw en nadien voorstellen zal formuleren, is een verlaging van de btw op e-books momenteel niet aan de orde.
Vraag 164, 530055, Van der Auwera, 31 januari 2012
De diensten van begrafenisondernemers die worden verstrekt in de normale uitvoering van hun beroepswerkzaamheden, zijn in hun geheel onderworpen aan het verlaagd tarief van 6%, behoudens de diensten die uitdrukkelijk van het verlaagd tarief zijn uitgesloten, zijnde:
het verschaffen van spijzen en dranken om ter plaatse te worden verbruikt;
de diensten verstrekt door kelners, diensters en alle andere personen die tussenkomen bij het verschaffen van spijzen en dranken aan de verbruikers in omstandigheden die het verbruik ter plaatse mogelijk maken;
de diensten met betrekking tot de levering met plaatsing van grafkelders of monumenten.
Rouwdrukwerk dat in het kader van dergelijke prestatie door de begrafenisondernemer wordt aangerekend is onderworpen aan het verlaagd tarief van 6%. De levering van dergelijk drukwerk door een andere btw-plichtige, bv. een drukkerij, kan het verlaagd tarief niet genieten en is onderworpen aan het tarief van 21%.
Vraag 166, 530055, Van der Auwera, 1 februari 2012
Overeenkomstig artikel 51, § 1, 3°, van het Btw-Wetboek, is de belasting verschuldigd door eenieder die op een factuur of op een als zodanig geldend stuk de belasting over de toegevoegde waarde vermeldt, zelfs indien hij geen goed heeft geleverd noch een dienst heeft verstrekt. Hij wordt schuldenaar van de belasting op het tijdstip van het uitreiken van de factuur of het stuk.
De minister aanvaardt dat een werkgever de btw mag aftrekken geheven van de kosten van woon-werkverkeer van zijn personeel via gemeenschappelijke vervoermiddelen, in de mate waarin de werkgever verplicht is daarin bij te dragen op grond van de sociale wetgeving of overeenkomstig de paritaire overeenkomsten die ter uitvoering van die wetgeving werden getroffen.