Geen automatische hoofdelijke bestuurdersaansprakelijkheid bij niet-betaling btw-schulden bij faillissement

Volgens het Hof van Beroep van Luik is de niet-betaling van btw-schulden in het kader van een faillissement niet automatisch het gevolg van een fout van de bestuurder.
 
Wanneer de fiscus de zaakvoerder hoofdelijk aansprakelijk wenst te stellen voor de betaling van de btw-schulden wegens een fout van deze bestuurder, dan dient de fiscus het bewijs van deze fout te leveren.
 
Tegengestelde rechtspraak bij Rb. Antwerpen, 22 november 2010
 
HvB Luik, 8 juni 2011

Fiscus moet akkoord over uitsplitsing omzet niet herroepen wanneer de btw-plichtige zijn uitbatingsomstandigheden wijzigt

Wanneer een btw-plichtige met de administratie een akkoord sluit over een percentage voor de uitsplitsing van de omzet tussen 6% en 21%, in casu fitness enerzijds en sauna en wellness anderzijds, dan is de controleur niet gehouden dit akkoord te volgen indien de btw-plichtige de uitbatingsomstandigheden waarop het akkoord is gegeven wijzigt, in casu nieuwe inrichting en uitbreiding. Het is evenmin nodig dat de administratie het akkoord eerst herroept.
 
Omdat er geen gegevens voorliggen die toelaten een uitsplitsing te maken in de gecontroleerde periode tussen een deel van de prijs aangerekend door de btw-plichtige aan haar klanten dat een dienst vergoedt belastbaar aan 6 % en een deel van de prijs dat een dienst vergoedt belastbaar aan 21 %, vordert de administratie terecht 21% over de gehele omzet.
 
HvB Brussel, 12 mei 2011

Aanrekening organisatievergunning door KBWB aan wielerwedstrijdorganisator kan voorgeschoten som zijn

Het bedrag dat de Koninklijke Belgische Wielerbond aan de organisatoren van een wielerwedstrijd aanrekent voor het verkrijgen van een organisatievergunning, wordt als een voorschot aangemerkt in de zin van het artikel 28.5 van het Wbtw, in die mate waarin het een loutere doorrekening van kosten betreft die de organisator contractueel of op grond van een reglement rechtstreeks verschuldigd is.
 
In dat geval betaalt de KBWB in naam en voor rekening van de organisatoren.
Of aan voorgaande voorwaarden is voldaan kan slechts beoordeeld worden aan de hand van de reglementering ter zake en de eventuele contracten tussen de partijen. Ik zal mijn administratie de opdracht geven om na onderzoek van die gegevens een standpunt in te nemen.
 
Kamercommissie Financiën, 53339, Vraag 6286, Van Cauter, 22 november 2011

Addendum beslissing nieuwe regeling voordelen alle aard nog voor dit jaar

Volgens de minister zal nog dit jaar het addendum worden gepubliceerd bij de beslissing over de nieuwe regeling inzake aftrek en privégebruik van bedrijfsmiddelen.
 
Persoonlijk denken wij dat een publicatie er dit jaar niet meer inzit. Zien wie gelijk krijgt!
 
Kamercommissie Financiën, 53339, vraag 6993, Gilkinet en vraag 7038 Wouters, 22 november 2011

Global refund cheque wordt Tax Free Form

Via Global Refund Cheque kunnen btw-plichtige verkopers van goederen aan reizigers die de goederen meenemen naar een plaats buiten de Gemeenschap, de aangerekende btw terugkrijgen wanneer de reiziger het betreffende document afgeeft bij de Global Refund Cheque balie op het punt van uitgang (bv. Zaventem). Deze organisatie geeft de reiziger de btw terug wegens uitvoer, recupereert de btw en rekent aan de aangesloten winkeliers een commissie aan.
 
Omwille van de duidelijkheid wordt de naam Global Refund Cheque gewijzigd in Tax Free Form.
 
De administratie bevestigt in een beslissing dat deze nieuwe naam gebruikt mag worden in het kader van de vrijstelling wegens uitvoer door een reiziger, artikel 39, § 1, 4° Wbtw.
 
Beslissing nr. ET 62.087 van 29 november 2011

Notarissen en gerechtsdeurwaarders verliezen btw-vrijsteling in 2012

De belangrijkste maatregel is dat notarissen en gerechtsdeurwaarders niet langer onder de vrijstelling van artikel 44, § 1, 1° Wbtw zullen vallen. Voor de advocaten blijft deze vrijstelling wel van toepassing.
Ervan uitgaand dat de nieuwe regeling in werking zal treden per 1 januari 2012 (zou ook 1 februari 2012 kunnen zijn), betekent dit dat de notarissen en gerechtsdeurwaarders vanaf dat tijdstip 21% btw zullen moeten aanrekenen over hun dienstprestaties, wanneer deze voor de btw in België plaatsvinden.
Hoe deze maatregel concreet zal worden uitgewerkt, daarvoor moeten we wachten op het ontwerp van programmawet.
Zo rekenen notarissen en gerechtsdeurwaarders vaak naast hun vergoeding voor hun prestaties, bepaalde kosten door. Er zal dus nagegaan moeten worden in welke mate bepaalde kosten kunnen kwalificeren als bv. sommen voorgeschoten in naam en voor rekening van de klant. Deze moeten immers uit de maatstaf van heffing voor de btw worden geweerd. De afrekeningen zouden misschien wel eens complex kunnen worden.
Anderzijds betekent deze nieuwe maatregel dat notarissen en gerechtsdeurwaarders btw-plichtigen met recht op aftrek worden. Daardoor zullen zij in principe de btw die ze in het verleden hebben betaald op hun bedrijfsmiddelen, met inbegrip van de diensten waarvoor de btw ook voor de herziening inzake bedrijfsmiddelen in aanmerking komt (immateriële vaste activa die op minstens vijf jaar worden afgeschreven) voor zoveel vijfden of vijftienden alsnog in hun voordeel kunnen recupereren voor de jaren van de herzieningstermijn die nog niet zijn verstreken.
Blijkbaar heeft de wetgever rekening gehouden met deze btw-herzieningen in het voordeel van de notarissen en gerechtsdeurwaarders. Zo is er sprake van een wetswijziging met betrekking tot de teruggaaf van btw. De btw voor het verleden die notarissen en gerechtsdeurwaarders alsnog voor een stuk kunnen recupereren, zou daardoor niet voor terugbetaling in aanmerking komen. Deze btw-tegoeden zullen op de rekening-courant blijven staan tot zij volledig toegerekend zijn op verschuldigde btw-bedragen. Anderzijds zou de btw geheven van kosten waarvoor het recht op aftrek is ontstaan na 31 december 2011 wel voor terugbetaling in aanmerking komen.
En door de btw-plicht kan ook de btw-eenheid zijn voordeel hebben voor de notarissen of gerechtsdeurwaarders. Wanneer de patrimoniumvennootschap het bedrijfsgebouw verhuurt aan de werkvennootschap, is er geen btw aftrekbaar omdat de verhuur in principe vrijgesteld zal zijn door artikel 44, § 3, 2° Wbtw. Bij een verhuur binnen de btw-eenheid kan er eventueel nog een aanzienlijk btw-bedrag worden gerecupereerd.
Het is duidelijk dat deze nieuwe regeling ook voor de externe accountants en boekhouders de nodige impact zal hebben bij het voeren van de boekhouding van notarissen en/of gerechtsdeurwaarders. U doet er best aan met deze cliënten rond tafel te zitten en na te gaan of er mogelijke btw-recuperaties of –optimalisaties mogelijk zijn. Uiteraard kunnen wij u hier ook bij helpen.
 
 

Margeregeling reisbureau blijft van toepassing ook al worden alle prestaties één per één doorgefactureerd

De margeregeling voor reisbureaus is in principe van toepassing op prestaties die bestaan uit een combinatie van handelingen die samen een reis vormen (en indien de andere voorwaarden zijn vervuld).
Het volstaat niet om alle prestaties één voor één te herfactureren aan de klant in plaats van één gecombineerde handeling aan te rekenen, om op die manier te ontkomen aan de margeregeling. Dat zou niet gerechtvaardigd zijn in het licht van de formele tekst van artikel 18 § 2 alinea 2 van het wetboek, dat aantoont dat het totaal van de prestaties dient te worden weerhouden, zonder dat deze kunnen worden opgesplitst (zie over dit punt artikel 26 van de Zesde Richtlijn).
 
HvB Luik, 4 mei 2011

Geen 6% op 50.000 euro indien werken pas aanvangen in 2011 door faillissement vorige aannemer

Om van het verlaagde btw-tarief van 6% op een schijf van 50.000 euro voor de oprichting van een nieuw gebouw te kunnen genieten, moest men vóór april 2010 een bouwaanvraag indienen. Sinds 1 januari 2011 geldt opnieuw een btw-tarief van 21 %.
Een bouwheer die vóór 1 april 2010 zijn aanvraag voor de stedenbouwkundige vergunning heeft ingediend bij de bevoegde overheid en die pas in 2011 kan starten of verder gaan met de bouw van zijn privéwoning wegens andere onvoorziene omstandigheden buiten zijn wil, zoals faillissement van de oorspronkelijk voorziene aannemer, kan ten aanzien van de btw die opeisbaar wordt na 31 december 2010 niet genieten van het verlaagd btw-tarief van 6 % van het inmiddels (2011) niet meer van toepassing zijnde artikel 1quinquies van het koninklijk besluit nr. 20 inzake btw-tarieven.
 
Een maatregel die in dergelijk geval toch nog het verlaagd tarief zou toestaan, zou volgens de minister strijdig zijn met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en met het neutraliteitsbeginsel van de btw.
Vr. & Antw. Senaat, 25 augustus 2011, vraag 5-2708, De Padt, 12 juli 2011

Wijzigingen vanaf 2012 voor de btw in Nederland

De Nederlandse regering plant wijzigingen aan de btw-wetgeving voor 2012 met betrekking tot de toepassing van het vereenvoudigd driehoeksverkeer, btw-heffing op privégebruik van bedrijfswagens en de te volgen procedure wanneer de btw-plichtige zelf tekortkomingen vaststelt in eerder ingediende btw-aangiften.
Meer info in de rubriek nieuws uit andere landen onder Global VAT.

Frankrijk verlaagt vanaf 2012 btw-tarief voor digitale boeken

Vanaf 1 januari 2012 zullen alle boeken in Frankrijk onderworpen zijn aan het verlaagd btw-tarief van 5,5%, met inbegrip van de zogenaamde “e-books” (digitale boeken).
 
Hoewel digitale boeken in principe als diensten langs elektronische weg worden beschouwd, en dergelijke diensten door de Btw-richtlijn van het het verlaagd tarief zijn uitgesloten, past Frankrijk toch het verlaagd tarief toe, ook al heeft zij hierover nog geen akkoord met Europa en de andere lidstaten.

Toepassing beslissing btw en voordelen alle aard tijdelijk opgeschort

Zoals reeds gemeld zal de toepassing van de nieuwe regeling inzake btw en voordelen alle aard en de aftrek van de btw op gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen in de praktijk tot praktische problemen leiden.
De toepassing van deze beslissing, die op 25 oktober werd gepubliceerd, wordt ondertussen alweer geschorst. Er zal een addendum worden geschreven en waarschijnlijk komt er eerst nog overleg met de privésector.
De kans is dus reëel dat deze nieuwe regeling voor 2011 nog niet zal moeten worden toegepast. Volgens de persmededeling leidt het vaststellen voor het jaar 2011 van de verhouding beroeps- versus privégebruik tot praktische problemen (wie had dat nu durven denken). Maar als het nu voor 2011 moeilijk is, waarom zou het dan binnen anderhalve maand voor 2012 plots wel gaan?
Wordt dus vervolgd!
Bericht FOD Financiën, 4 november 2011