De regering heeft een wetsontwerp ingediend dat:
De eerste twee maatregelen vloeien voort uit de verplichte gedeeltelijke omzetting in het Wbtw van de richtlijn 2022/542 inzake de hervorming van de btw-tarieven. Die voorziet, naast de mogelijkheid voor de lidstaten om voor bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden verlaagde btw-tarieven in te voeren, in de verplichting om met ingang van 1 januari 2025 aanpassingen door te voeren aan de regels voor de plaats van de dienst met betrekking tot evenementen die virtueel worden bijgewoond en de toepassing van de margereling op de wederverkoop van kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzameling en antiquiteiten. België is die verplichtingen niet tijdig nagekomen. En omdat het dus niet tijdig aan de Commissie de volledige implementatie van deze richtlijn kon communiceren, startte deze laatste een ingebrekestellingsprocedure op (inbreukprocedure INFR(2025)0004: formele kennisgeving dd. 30.01.2025 en een met reden omkleed advies dd. 17.07.2025).
De derde maatregel wordt ingevoerd om te vermijden dat Belgische handelaars in kunstwerken, voorwerpen voor verzameling en antiquiteiten hun activiteiten zouden verhuizen naar lidstaten waar ze op de doorverkopen die niet onder de margeregeling plaatsvinden, een verlaagd btw-tarief kunnen toepassen.
Aanpassing winstmargeregeling en btw-tarief
Volgens voormelde richtlijn mogen de lidstaten vanaf 1 januari 2025 de margeregeling niet langer toestaan op de doorverkoop van kunstwerken, voorwerpen voor verzameling en antiquiteiten, als de wederverkoper die goederen zelf ingevoerd of aangekocht heeft met toepassing van het verlaagd btw-tarief.
Deze wijziging wordt in het Belgisch Btw-wetboek doorgevoerd in artikel 58, § 4, 4°, eerste lid, dat momenteel voorziet in de mogelijkheid voor wederverkopers om de margeregeling toe te passen op de wederverkopen van:
Van zodra de wet, als ze aangenomen wordt, in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd, zal de voormelde keuze voor de margeregeling enkel nog toegepast kunnen worden als bij die invoer of aankoop het verlaagd btw-tarief niet van toepassing is.
Om te vermijden dat Belgische wederverkopers van in hoofdzaak kunstwerken, maar ook van voorwerpen voor verzameling en antiquiteiten, hun activiteiten zouden verhuizen naar een lidstaat die op deze doorverkopen waarop de margeregeling niet van toepassing is, een verlaagd btw-tarief toestaat, wil de regering ook met ingang van de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, het btw-tarief op de verkoop van deze goederen algemeen verlagen naar 6% (aanpassing rubriek XXI, § 1, tabel A KB 20).
In de huidige regeling geldt het verlaagd btw-tarief enkel voor de invoer van deze goederen, en voor de verkoop van kunstwerken door de maker of zijn rechthebbenden, of door een andere btw-plichtige dan een wederverkoper van kunst (incidentele verkoper van kunst). Onder de nieuwe regeling zal het verlaagd tarief van toepassing zijn op alle verkopen van deze goederen, tenzij de verkoper de margeregeling toepast. Dat betekent dat door toepassing van artikel 38bis Wbtw ook de intracommunautaire verwervingen en de invoeren van deze goederen het verlaagd btw-tarief zullen genieten.
De keuze voor de wederverkoper om op de doorverkoop de margeregeling toe te passen, zal in België dus zo goed als dode letter worden, aangezien hij op zijn invoeren en aankopen van deze goederen maar 6% btw zal moeten betalen.
Online bijwonen van evenementen
Zowel in het B2B- als in het B2C-verhaal vindt de dienst die bestaat uit het verlenen van toegang (en de ermee samenhangende diensten) tot culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijkheids- of soortgelijke evenementen (zoals beurzen en tentoonstellingen) voor de btw plaats waar het evenement of de activiteit daadwerkelijk plaatsvindt. Hieronder valt ook het verlenen van toegang tot een congres of een seminarie.
Deze plaatsbepalingsregels dateren van een tijd waarin de deelnemers fysiek aanwezig waren op het evenement. Maar de nieuwe realiteit (die werd versneld en versterkt door de coronacrisis) is dat tal van evenementen en activiteiten ondertussen niet meer fysiek maar virtueel worden gevolgd. Dat kan in real time (live streaming), of achteraf (streaming of terbeschikkingstelling). De aanknoping met de fysieke plaats waar het evenement doorgaat heeft voor de btw-heffing in dit geval geen zin. Daarom worden de plaatsbepalingsregels in geval van een ‘virtuele’ aanwezigheid aangepast naar de plaats waar de afnemer is gevestigd, en dit zowel voor het B2B- als het B2C-verhaal.
In een B2B-omgeving zal dergelijke dienst waarbij de afnemer het evenement virtueel volgt, volgens de B2B-hoofdregel (artikel 21, § 2 Wbtw), plaatsvinden waar de btw-plichtige afnemer de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd, of de plaats waar hij een vaste inrichting heeft als de dienst voor die inrichting werd verricht. Artikel 21, § 3, 3° Wbtw zal voorzien dat dergelijke dienst uitgesloten is van de afwijkende plaatsbepaling waar het evenement doorgaat.
In het B2C-verhaal wordt de plaatsbepaling voor virtueel bijgewoonde evenementen of activiteiten toegevoegd aan artikel 21bis, § 2, 5° Wbtw. Dergelijke diensten zullen voor btw plaatsvinden waar de niet-btw-plichtige afnemer is gevestigd of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaatsheeft.
Hoewel deze diensten in zowel een B2B- als een B2C-situtatie onderworpen kunnen worden aan de plaatsbepaling volgens het werkelijk gebruik, heeft de wetgever aangegeven niet de intentie te hebben om de diensten inzake virtuele toegang tot evenementen en activiteiten te onderwerpen aan de plaatsbepaling volgens het werkelijke gebruik.
Voor de wijziging van deze plaatsbepalingsregels voorziet het wetsontwerp ook in een inwerkingtreding op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Kamer, 2024-2025, doc. 56-1077/001, 9 oktober 2025
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216