Voor inkomstenbelasting door fiscus vastgestelde omzet via ontvangen betalingen is inclusief btw

Gepubliceerd op 28 oktober 2021

De zelfstandige artiestenmakelaar CB onderhandelde namens de Lito-groep (een groep van ondernemingen die verantwoordelijk was voor het beheer van de infrastructuur en de orkesten op patroons- en dorpsfeesten in Galicië) met feestcomités (informele groepen inwoners die deze feesten organiseerden) over optredens van de orkesten. Hiervoor ontving CB 10% van de inkomsten van de Lito-groep. Voor die betaling, die in contanten gebeurden, werd geen factuur opgemaakt, noch hield CB een boekhouding of officieel register bij. CB diende evenmin btw-aangiften in. De Spaanse fiscus vordert over deze ontvangsten btw, berekend op het ontvangen bedrag. CB daarentegen vindt dat de btw uit de ontvangen bedragen gehaald moet worden.
De maatstaf van heffing inzake btw is volgens artikel 73 btw-richtlijn alles wat de leverancier of dienstverrichter als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen van de afnemer of van een derde, met inbegrip van subsidies die rechtstreeks met de prijs van deze handelingen verband houden. De btw zelf behoort niet tot de maatstaf van heffing (artikel 78 btw-richtlijn).
Het Hof benadrukt vooreerst dat de maatstaf van heffing niet behoort tot de middelen waarover de lidstaten beschikken om fraude te bestrijden. De uitlegging van de artikelen 73 en 78 btw-richtlijn kan dus niet verschillen naargelang er wel of geen fraude in het spel is.
CB had voor zijn prestaties facturen moeten uitreiken met aanrekening van btw, die hij had moeten voldoen aan de Spaanse fiscus. Met frauduleus doel heeft CB dit niet gedaan. Daardoor heeft hij ook de btw die hij in het kader van die activiteit heeft opgelopen, niet kunnen recupereren. En omwille van de frauduleuze intenties kan die aftrek niet worden hersteld. Maar dit alles kan geen afbreuk doen aan het basisbeginsel van de btw-richtlijn, dat er volgens vaste rechtspraak van het Hof in bestaat dat het btw-stelsel enkel de eindverbruiker beoogt te belasten.
Volgens het Hof ontstaat er bij een reconstructie door de fiscus van verborgen handelingen en inkomsten, onvermijdelijk een onzekerheidsmarge waarmee ook voor de vaststelling van de maatstaf van heffing rekening moet worden gehouden. Er moet worden getracht het meest waarschijnlijke en meest getrouwe fiscale resultaat te verkrijgen op basis van de materiële elementen die tijdens de belastingcontrole zijn verzameld.
Verricht een btw-plichtige voor de belastingdienst verborgen handelingen waarvoor hij normaal een factuur, met de verplichte elementen, had moeten uitreiken met btw die hij had moeten aangeven, en wordt het resultaat van die handelingen gereconstrueerd door de belastingdienst in het kader van een controle inzake directe belastingen, dan moet die handeling geacht worden de btw te omvatten (tenzij een herziening van de btw toch mogelijk zou zijn). Anders zou een deel van de btw-last bij de btw-plichtige gelegd worden, wat in strijd zou zijn met het beginsel van btw-neutraliteit.
Uiteraard kunnen de lidstaten sancties voorzien om belastingfraude te bestrijden, maar fraude bestraffen door een afwijking op de bepaling van de maatstaf van heffing is niet toegestaan.

Dictum van het Hof
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, en met name de artikelen 73 en 78 ervan, gelezen in het licht van het beginsel van neutraliteit van de belasting over de toegevoegde waarde (btw), moet aldus worden uitgelegd dat wanneer btw-plichtigen op frauduleuze wijze de belastingdienst niet in kennis hebben gesteld van het bestaan van een handeling, noch een factuur hebben opgemaakt, noch de inkomsten uit deze handeling hebben opgenomen in een aangifte voor de directe belastingen, er bij de door de betrokken belastingdienst in het kader van de controle van die aangifte verrichte reconstructie van de in verband met de aan de orde zijnde handeling betaalde en ontvangen bedragen van moet worden uitgegaan dat de prijs inclusief btw is, tenzij de belastingplichtigen krachtens het nationale recht de mogelijkheid hebben om de btw niettegenstaande de fraude later door te berekenen en af te trekken.

HvJ, C-521/19, CB, 1 juli 2021


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?