Volgens Hof van Beroep toch 6% voor mobilhome van invalide die als persoonlijk vervoermiddel wordt gebruikt

Gepubliceerd op 1 mei 2018

Een natuurlijke persoon met een voor onbepaalde tijd blijvende invaliditeit van minstens 50%, toe te schrijven aan de onderste ledematen. Bijgevolg komt deze persoon in aanmerking voor het verlaagd btw-tarief van 6% voor automobielen voor personenvervoer langs de weg om als persoonlijk vervoermiddel te worden gebruikt (rubriek XXII van tabel A van de bijlage​ bij het KB nr. 20).
Voor de aankoop van een nieuwe motorhome dient de betrokken persoon het formulier 716 in bij het lokale btw-controlekantoor, wat door de bevoegde ambtenaar werd gevalideerd en waarmee dus akkoord wordt gegeven voor de toepassing van het verlaagd tarief.
Vervolgens verzoekt de betrokken persoon om de teruggaaf van deze btw (artikel 77, § 2 Wbtw). De gewestelijke directie laat aan het lokaal controlekantoor weten dat de gunst tot teruggaaf niet kon worden toegestaan omdat het gaat om een motorhome. Met als gevolg dat het lokaal controlekantoor de toestemming voor het verlaagd tarief intrekt en middels een correctieopgave 15% btw bijkomend vordert van deze persoon.​
De rechtbank van eerste aanleg geeft de fiscus gelijk (klik hier) omdat de mobilhome na de aanpassingswerken nog altijd voor verblijf kan worden gebruikt.
Voor het Hof van Beroep blijft de mindervalide argumenteren dat de mobilhome volledig werd aangepast aan haar invaliditeit en dat het haar enige voertuig is dat werd aangekocht, na de toestemming door het btw-controlekantoor, met de toepassing van het verlaagde tarief van 6%. 
Het Hof baseert zich op de wettelijke bepalingen en stelt dat de wettelijke voorwaarden voor het verlaagd btw-tarief van 6% vervuld zijn omdat:

de mindervalide blijvend invalide is voor meer dan 50% aan de onderste ledematen;
de motorhome bestemd is voor gebruik als persoonlijk vervoermiddel;
de motorhome het enige voertuig van de mindervalide is.

Dat de motorhome ook is ingericht om te overnachten en voor vakantiedoeleinden kan worden aangewend, doet volgens het Hof geen afbreuk aan de vaststelling dat een motorhome essentieel bestemd is voor het vervoer van personen.
Rubriek XXII van de tabel A van de bijlage bij het KB nr. 20 voorziet niet in een uitsluiting van een motorhome van het verlaagd tarief. Het Hof ziet geen enkele reden waarom een motorhome van de toepassing van het verlaagd tarief zou moeten worden uitgesloten indien aan alle voormelde voorwaarden voor de toepassing van voormeld verlaagd tarief is voldaan.
Door te stellen dat voormeld verlaagd tarief afhankelijk zou zijn van de wijziging van het voertuig zodat het enkel nog het model heeft van een motorhome maar niet meer de essentiële kenmerken ervan, in het bijzonder wat de binneninrichting betreft, voegt de fiscus een voorwaarde toe aan de wet.  En een antwoord van de minister van financiën (waar de fiscus ook naar verwijst) heeft geen bindend karakter.
Dat inzake verkeersbelasting de vrijstelling niet-retroactief werd stopgezet, is totaal irrelevant voor de eventuele toepassing van voormeld verlaagd btw-tarief. En of de aankoop van de mobilhome al dan niet is ingegeven door de goedkeuring door het bevoegde lokale btw-controlekantoor, speelt evenmin een rol.

HvB Antwerpen, rolnr. 2016/AR/809, 21 november 2017


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?