Rechtbank bevestigt vervaltermijn voor teruggaaf Belgische btw via VAT refund procedure

Gepubliceerd op 2 september 2018

​Een Duitse onderneming vraagt op 2 februari 2012 via de VAT refund procedure een teruggaaf aan van Belgische btw die verschuldigd is geworden in 2010. Het teruggaaftijdvak heeft bijgevolg betrekking op het kalenderjaar 2010.
De fiscus weigert de teruggaaf omdat de termijn waarbinnen het verzoek had moeten worden ingediend, zijnde 30 september 2011, verstreken was op het tijdstip van indiening van het teruggaafverzoek.
De Duitse onderneming vecht deze beslissing aan omdat zij als buitenlandse onderneming over een veel kortere termijn beschikt om haar teruggaaf uit te oefenen, dan de termijn waarover een in België gevestigde btw-plichtige beschikt. Maar de rechter oordeelt dat het gelijkheidsbeginsel niet geschonden is. Volgens de rechter is de enige mogelijke vergelijking deze tussen enerzijds een buitenlandse btw-plichtige die niet voor btw-doeleinden in België is geïdentificeerd en hier teruggaaf van btw wenst te verkrijgen en anderzijds een Belgische btw-plichtige die niet voor btw-doeleinden is geïdentificeerd in een andere lidstaat en daar teruggaaf wenst te bekomen van btw. In principe, moeten deze beide btw-plichtigen​ inzake de verjaring van hun recht op teruggaaf, krachtens de richtlijn 2008/EG/2008, aan dezelfde regeling onderworpen worden.  

Rb. Brussel, rolnr. 14/25/A, 26 oktober 2017


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?