Niet bijgestaan zijn bij btw-controle is op zich geen bewijs van dwaling die akkoordverklaring kan aantasten

Gepubliceerd op 2 september 2018

​Naar aanleiding van een btw-controle ondertekent een btw-plichtige op dezelfde dag nog een door de ambtenaar opgestelde correctieopgave.
Nadien betwist de btw-plichtige de correctieopgave en vraagt voor de rechtbank de nietigverklaring van dit akkoord op basis van een wilsgebrek. Volgens de btw-plichtige werd hij bij de controle niet bijgestaan en dus had hij niet het juiste begrip van wat in die correctieopgave was opgenomen.
Volgens de rechtbank heeft zo’n akkoordverklaring van de btw-plichtige dezelfde bewijskracht als de btw-aangifte en heeft ze dus tot gevolg dat de administratie wordt vrijgesteld van het leveren van het bewijs van de feitelijke gegevens waarop de btw werd berekend.
De btw-plichtige kan op zo’n akkoord terugkomen als hij aantoont dat hij een dwaling in feite of in rechte heeft begaan of indien hij een wilsgebrek (bedrog, dwaling of dwang) kan aantonen.
Aangezien de btw-plichtige zich met een specifiek bedrag akkoord heeft verklaard en geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot een gedeeltelijk minnelijk akkoord of een geheel niet-akkoord (keuzevakjes op de correctieopgave), is het bestaan van een wilsgebrek een loutere bewering van de btw-plichtige waarvoor hij volgens de rechtbank geen enkel bewijs voorlegt.
Verder beroept de btw-plichtige zich nog op overmacht voor het niet vervullen van bepaalde btw-verplichtingen, met name het overlijden van zijn boekhouder. Overmacht betreft volgens de rechtbank een situatie van een onmogelijkheid tot handelen, en de btw-plichtige draagt hiervan de bewijslast. De rechtbank is van oordeel dat het overlijden van één van de zaakvoerders van het boekhoudkantoor geen overmacht uitmaakt, aangezien de btw-plichtige werd bijgestaan door een gevolmachtigd boekhouder van dat kantoor. Bovendien stelt de rechtbank dat de eindverantwoordelijkheid inzake de boekhouding en alle andere wettelijke verplichtingen eigen zijn aan het zaakvoerderschap en niet zomaar kunnen worden afgewimpeld door overmacht (bij wijze van stijlclausule) in te roepen.

Rb. Gent, rolnr. 6/3868/A, 14 december 2017


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?