Minister wil niet bevestigen dat zelfstandige mannequins en modellen de btw op esthetische ingrepen zonder meer kunnen aftrekken

Gepubliceerd op 24 november 2016

Sedert 1 januari 2016 (de facto pas vanaf 1 maart 2016) zijn de door artsen uitgevoerde ingrepen en behandelingen met een esthetisch karakter niet langer vrijgesteld van btw.
De arts zijn medecontractant (de patiënt of in voorkomend geval zijn wettelijke vertegenwoordiger) kan nooit een rechtspersoon zijn, zelfs niet indien de natuurlijke persoon zijn beroepsactiviteit verricht middels deze rechtspersoon.
Voorgaande betekent dat de arts bijgevolg geen factuur moet uitreiken voor de door hem verrichte en aan btw onderworpen ingrepen en behandelingen met een esthetisch karakter.
De arts moet dus enkel een factuur uitreiken indien:

zijn patiënt een natuurlijke persoon is die in eigen naam en voor eigen rekening een beroepsactiviteit uitoefent die hem de hoedanigheid geeft van btw-plichtige;
en de esthetische ingreep of behandeling op enige wijze verband houdt met de uitoefening van die activiteit.

Heeft voormelde patiënt voor die activiteit de hoedanigheid van btw-plichtige met recht op aftrek, dan kan die in principe de btw geheven van de esthetische ingreep of behandeling recupereren.
Maar de minister benadrukt dat geen enkele btw-plichtige recht op aftrek heeft van de btw geheven van de goederen en diensten die hij bestemt voor privédoeleinden of doeleinden vreemd aan zijn economische activiteit.
Bovendien wijst hij er op dat wanneer goederen en diensten zowel voor de btw-activiteit als voor andere doeleinden wordt gebruikt, de btw-plichtige enkel recht heeft btw-aftrek in de mate dat die goederen en diensten voor de btw-activiteit worden gebruikt.
Over hoe in zo’n geval die verhouding moet worden vastgesteld, wordt er niks gezegd. Dus lijkt het ons logisch dat het forfait van 75% gebruikt kan worden, onder de daarvoor gestelde voorwaarden, om het beroepsgebruik vast te stellen.
De patiënt zal ingeval hij btw recupereert, uiteraard een factuur moeten kunnen voorleggen. Hij kan zich hier niet beroepen op het medisch beroepsgeheim, dat enkel voor de arts geldt. Deze laatste kan niet verplicht worden om de persoonlijke gegevens die op de factuur voorkomen, en die worden beschermd door het medisch beroepsgeheim, mee te delen aan de fiscus.
Vr. & Antw. Kamer, 2016-2017, 54-090, blz. 319-321, 7 oktober 2016, vraag nr. 847, B. Piedboeuf, 4 maart 2016​


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?