Meeromzet restaurant belast aan 21% bij gebrek aan bewijs van levering afhaalmaaltijden

Gepubliceerd op 24 oktober 2016

De uitbater van een restaurant, taverne, ijssalon en feestzaal boekte voor de jaren 2005 en 2006 een omzet van respectievelijk 22.172,64 EUR en 16.854,40 EUR “extra-comptabel”. De hierover verschuldigde btw werd door de btw-plichtige opgenomen​ in rooster 61 van zijn btw-aangifte van respectievelijk het tweede kwartaal 2006 (omzet 2005) en het tweede kwartaal 2007 (omzet 2006). Deze verschuldigde btw werd door de btw-plichtige berekend aan het tarief van 6%.
De fiscus daarentegen is van oordeel dat over deze omzet 21% btw verschuldigd is.
Volgens het proces-verbaal zijn er nergens in het dossier aanwijzingen dat de btw-plichtige daadwerkelijk afhaalmaaltijden heeft geleverd. De prijskaart vermeldt geen meeneemmenu’s en tijdens hun bezoek ter plaatse konden de controlerende ambtenaren geen aanduiding van enige meeneemmenu’s vaststellen.
Volgens het wettelijke vermoeden opgenomen in artikel 64, § 3 Wbtw is behoudens tegenbewijs, het hoogste tarief van toepassing indien iemand handelingen verricht met betrekking tot goederen of diensten die aan een verschillend tarief onderworpen zijn.
Aangezien de btw-plichtige niet door verantwoordingsstukken kan aantonen dat er effectief leveringen van afhaalmaaltijden gebeurden zonder verbruik ter plaatse, heeft de fiscus deze meeromzet terecht belast aan 21%.
HvB Brussel, 28 mei 2014


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?