Leaseconstructie jacht met zeer hoge eerste huurtermijn is misbruik

Gepubliceerd op 10 mei 2024

Nadat een Belgische particulier een overeenkomst heeft gesloten met een Nederlandse verkoper van een jacht, wordt beslist het jacht toch de verkopen aan een Franse leasingmaatschappij die het jacht vervolgens zal verhuren aan de Belgische particulier. Hoewel eerst voorzien was dat het jacht in Nederland aan de particuliere koper geleverd zou worden, werd het jacht vanuit Nederland naar Frankrijk gevaren (Duinkerke). Anderhalve maand later werd het jacht naar de jachthaven in Nieuwpoort gevaren wat de ligplaats zou blijven van het jacht voor de volgende jaren.

Volgens de fiscus is er sprake van misbruik omdat de leasingconstructie enkel werd opgezet om de Belgische btw op de aankoop te vermijden. Volgens de Belgische fiscus is er sprake van een afstandsverkoop aan de Belgische particulier waarop Belgische btw verschuldigd is. Die btw werd vermeden via de leasingconstructie. En die is enkel opgezet voor het btw-voordeel, niet om de aankoop te kunnen financieren.

De huurder betaalt de helft van de verkoopprijs aan de Nederlandse verkoper. Deze betaling werd toegerekend op de verkoopfactuur die de Nederlandse verkoper heeft uitgereikt aan de Franse leasingmaatschappij. De leasingovereenkomst voorziet in een verhoogde eerste verhuurtermijn (260.000 euro + 110.000 euro waarborg) en vervolgens kleine maandelijkse afbetalingen voor de resterende looptijd (143 x 1.300 euro).

Ook werd er door een advocaat een brief opgesteld over het te volgen pad om het jacht te kunnen verkopen zonder btw.

De rechtbank bevestigt dat om van misbruik te kunnen spreken, er twee voorwaarden vervuld moeten zijn:

  • Objectief criterium: het bekomen van een belastingvoordeel dat in strijd is met het doel van de btw-regeling – het verkrijgen van rechten of voordelen die objectief gezien niet bedoeld zijn voor de betrokken omstandigheden;
  • Subjectief criterium: het verkrijgen van dat voordeel is het wezenlijk doel van de operatie – de vaststelling dat er geen andere (economische) verklaring voor de activiteit is dan het verkrijgen van een belastingvoordeel.

Voor de rechtbank is het op basis van voormelde feiten duidelijk dat aan deze voorwaarden is voldaan.

De fiscus had in deze zaak ook de zevenjarige verjaringstermijn ingeroepen op basis van het verkrijgen van bewijskrachtige gegevens dat er belastbare handelingen niet zouden zijn aangegeven. Volgens de btw-plichtige kan dat enkel als er een wetsregel is geschonden, wat bij misbruik niet het geval is. Maar voor de rechtbank is het voldoende dat de afstandsverkoop als dusdanig niet werd aangeven om de zevenjarige verjaringstermijn te kunnen toepassen.


Rb. Antwerpen, rolnr. 22/1571/A, 20 oktober 2023


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?