In principe geen herziening bij partiële splitsing binnen een btw-eenheid

Gepubliceerd op 23 oktober 2016

Volgens de rulingcommissie vallen de handelingen ingevolge een partiële splitsing tussen ondernemingen welke lid zijn van dezelfde btw-eenheid, buiten de werkingsfeer van de btw. De artikelen 11 en 18 § 3 Wbtw zijn niet van toepassing. De btw-eenheid wordt voor btw-doeleinden aangemerkt als één btw-plichtige zodat de handelingen ingevolge de partiële splitsing op zich zelf geen aanleiding geven tot herziening van de oorspronkelijk afgetrokken btw voor zover de ingevolge de splitsing overgedragen bedrijfsmiddelen door deze btw-eenheid voor externe (voor niet-leden) belaste handelingen met recht op aftrek blijven gebruikt worden. Worden de bedoelde bedrijfsmiddelen na de overdracht gebruikt voor externe handelingen die geen recht op aftrek verlenen (zoals vrijgesteld onroerend verhuur aan derden), dan zal de btw-eenheid (ingevolge artikel 10 e.v. van KB 3) de oorspronkelijk afgetrokken btw moeten herzien in de mate dat de herzieningsperiode nog niet verstreken is.
Bron: Fisconetplus, Voorafgaande beslissing nr. 900.373 dd. 29.6.2010
 
27. Hieruit kan worden besloten dat de geplande partiële splitsingen van A, B en C als interne handelingen van de btw-eenheid ‘BTWE Groep X’ worden aangemerkt en derhalve geen aanleiding geven tot herziening van de afgetrokken btw voor zover de bedrijfsmiddelen door deze btw-eenheid verder worden gebruikt voor externe handelingen (handelingen met derden) die recht op aftrek verlenen.


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?