GKS-plichtige beenhouwer voor cateringdiensten moet in zijn beenhouwerij dan toch geen GKS-tickets uitreiken

Gepubliceerd op 16 oktober 2017

Btw-plichtigen zijn gehouden voor hun horecaprestaties een GKS-ticket uit te reiken wanneer hun jaaromzet, exclusief btw, voor restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, hoger is dan € 25.000.
Zolang de klant de voeding en/of dranken meeneemt naar huis of de btw-plichtige levert deze bij de klant aan huis (of op een andere door hem bepaalde plaats) zonder dat er een menselijke tussenkomst is bij de klant, dan is er geen sprake van een restaurant- of cateringdienst.
Maar als de voeding en/of de dranken bij de klant aan huis (of op een andere door hem bepaalde plaats) worden geleverd en de leverancier daar een menselijke tussenkomst verricht, is er sprake van een cateringdienst. Het is daarvoor voldoende dat bv. één van de volgende tussenkomsten wordt verricht:

het ter plaatse thuis bij de klant bereiden van de voeding door de btw-plichtige en/of zijn personeel (zelfs het louter opwarmen van de voeding bij de klant);
de aanwezigheid (al dan niet in de verbruiksruimte) van de btw-plichtige en/of zijn personeel op het ogenblik dat de klant de voeding opeet wanneer deze aanwezigheid gepaard gaat met tussenkomsten van deze personen:

bereiden;
opdienen;
schotels opmaken;
afruimen;
de afwas doen;

het inrichten en eventueel het weghalen van de buffetten;
het zetten en eventueel het afruimen van de tafels;
de afwas doen;
schoonmaken.

Het louter vervoer van de voeding en van de dranken, het gebruik van warmhouders, schotels en gelijkaardige zaken die noodzakelijk zijn voor het vervoer van de voeding en, meer algemeen, de diensten die vereist zijn voor de “handel” in voedingswaren, worden niet beschouwd als een menselijke tussenkomst waardoor er sprake zou zijn van een cateringdienst.
Specifiek voor wat de beenhouwer betreft die ook cateringdiensten verricht, stelt de minister nu, in tegenstelling tot wat de fiscus eerder als standpunt​ had ingenomen, dat de slagerij en de cateringdiensten als twee afzonderlijke inrichtingen beschouwd moeten worden. Aangezien de drempel van € 25.000 per inrichting beoordeeld moet worden, moet voormelde beenhouwer enkel GKS-tickets uitreiken voor de geleverde cateringdiensten en niet voor de verkopen verricht in de beenhouwerij.
Vr. & Antw. Kamer, 2016-2017, 54-128, 23 augustus 2017, vraag nr. 1789, M. de Lamotte, 16 augustus 2017​


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?