Een btw-plichtige vennootschap recupereert de btw op de aankoop van een ring, overhemden, pakken, broeken en dassen, omdat die kledingstukken door de zaakvoerder gedragen worden tijdens zijn werkuren in de boetiek.
De fiscus weigert de btw-aftrek om reden van niet-specifieke beroepskledij. De btw-plichtige argumenteert dat de btw-wetgeving, in het bijzonder de in artikel 45, § 3 Wbtw voorziene uitsluitingen van het recht op btw-aftrek, niet specifiek voorziet in een aftrekverbod van de btw geheven van niet-specifieke beroepskledij.
Volgens het Hof gaat het hier niet om kledij waarvan het gebruik specifiek wordt opgelegd door de economische activiteit, zoals dat bv. het geval is voor veiligheidshelmen, veiligheidsschoenen en overalls bij een bouwbedrijf. Het gaat daarentegen om kledij die mensen vaak dragen in hun gewone leven.
Het is aan de btw-plichtige om aan te tonen dat die kleding enkel werd gedragen tijdens de werkuren van de zaakvoerder. Maar daar slaagt ze volgens het Hof niet in, net zoals ze niet kan aantonen dat de kledij deels beroepsmatig wordt gebruikt om voor dat deel toch recht op btw-aftrek te hebben.
HvB Brussel, rolnr. 2015/AF/48, 21 september 2017
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216