Geen btw-aftrek voor handelingen die niet hebben plaatsgevonden

Gepubliceerd op 5 juli 2018

Om in aanmerking te komen voor een vermindering van Franse inkomstenbelastingen, schaft de vennootschap SGI, met zetel op Réunion, kapitaalgoederen aan die ze vervolgens aan lokale ondernemers moet verhuren. Na verificatie van de boekhouding verwerpt de Franse fiscus de voor verschillende aankoopfacturen uitgeoefende btw-aftrek. De fiscus is van oordeel dat die facturen tot overfacturering hadden geleid of niet overeenstemden met een daadwerkelijke levering.
De Franse rechter vraagt het Hof van Justitie of het recht op btw-aftrek geweigerd kan worden als de fiscus aantoont dat de gefactureerde handelingen niet daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Of moet voor die weigering de fiscus ook aantonen dat de betrokken btw-plichtige niet te goeder trouw was?
Het Hof herhaalt zijn traditionele rechtspraak dat btw-aftrek is uitgesloten als er geen daadwerkelijke levering van goederen of daadwerkelijke dienstverrichting plaatsvindt. De goede of kwade trouw van de btw-plichtige is hierbij niet relevant.

 Dictum van het Hof:
Artikel 17 van de Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/680/EEG van de Raad, van 16 december 1991, moet aldus worden uitgelegd dat het voor de ontzegging, aan de belastingplichtige voor wie een factuur is bestemd, van het recht op aftrek van de op deze factuur vermelde btw volstaat dat de belastingdienst aantoont dat de handelingen waarop die factuur betrekking heeft, niet daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. 

HvJ, C-459/17, SGI, 27 juni 2018
HvJ, C-460/17, Valérianne, 27 juni 2018


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?