Geen 6% voor bijbouw paviljoen dat onafhankelijk van het oude gebouw kan functioneren

Gepubliceerd op 9 mei 2024

Voor de toepassing van het verlaagd tarief voor verbouwingen van privéwoningen (rubriek XXXI van tabel A van de bijlage bij KB 20), moeten onder meer de volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • de handelingen moeten de omvorming, renovatie, rehabilitatie, verbetering, herstelling of het onderhoud, met uitsluiting van de reiniging, geheel of ten dele van een woning tot voorwerp hebben;
  • de handelingen moeten betrekking hebben op een woning die, na de uitvoering ervan, hetzij uitsluitend, hetzij hoofdzakelijk, als privéwoning wordt gebruikt.

Een bestaande woning die al minstens 10 jaar in gebruik is, wordt uitgebreid door de bouw van een paviljoen van twee verdiepingen (kelder en gelijkvloers). Er werd geen afzonderlijk KI toegekend aan dat paviljoen, wel verhoogde het KI van de bestaande woning met 29%.

Volgens de bouwheer ging het dan ook om een uitbreiding van een woning waarvan de werken terecht werden gefactureerd met toepassing van voormeld verlaagd btw-tarief. De fiscus vindt echter dat het om een nieuw gebouw gaat waarop 21% btw van toepassing is. Bovendien zou de vrouw die aanbouw in hoofdzaak gebruiken voor de uitoefening van beroepsactiviteiten waardoor het verlaagd btw-tarief sowieso niet van toepassing is. Maar volgens de bouwheer gaat het enkel om één kamer in de aanbouw die zijn vrouw sporadisch gebruikt om yogalessen te geven.

Als een gebouw wordt uitgebreid, dan aanvaardt de fiscus dat het om een verbouwing gaat als de oude oppervlakte na de werken nog betekenisvol is, wat inhoudt dat die oude behouden oppervlakte meer dan de helft moet bedragen van de totale oppervlakte na de verbouwing, en de uitbreiding niet onafhankelijk van de het oude gedeelte kan functioneren en er één geheel mee vormt. Het is niet noodzakelijk dat het nieuwe gedeelte zich onder hetzelfde dak bevindt als het oude gedeelte.

Het staat vast dat het bijgebouwde paviljoen een eigen keuken, sanitaire voorzieningen (douche en wc) en toegangsdeur heeft, los van het bestaande gebouw. Die deur staat in directe verbinding met de openbare weg via een toegangsweg en is voorzien van een parlofoon. Tussen het paviljoen en het oude gebouw werd een terras aangelegd. Op het kelderniveau zijn de twee delen wel met elkaar verboden via een deur.

Volgens de rechtbank bevat het nieuwe paviljoen alle elementen die nodig zijn om zelfstandig te kunnen functioneren. Dat de twee gebouwen een gemeenschappelijk terras en verwarmingsketel hebben en verbonden zijn door gemeenschappelijke water- en elektriciteitsmeters, verandert niets aan die vaststelling.

De rechtbank staat wel toe dat de vervanging van de verwarmingsketel en de aanleg van het terras voor een deel (op basis van de verhoudging tussen de oppervlakten van de beide gebouwen) als verbouwing van de oude woning kan worden beschouwd waarop het verlaagd btw-tarief van 6% kan worden toegepast.

De nieuwe garage die volledig gelegen is in het nieuwe paviljoen kan niet als een verbouwing of uitbreiding van de bestaande woning worden aanzien.

De rechtbank bevestigt ook nog de door de fiscus opgelegde boete van 10%.

Tegen dit vonnis is beroep aangetekend.


Rb. Brussel, rolnr. 2021/2894/A, 31 mei 2023


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?