Fiscus geeft commentaar bij nieuwe regeling btw en voordelen alle aard

Gepubliceerd op 24 oktober 2016

Geen vergoeding verschuldigd voor privégebruik
De nieuwe administratieve standpunten bij een gratis terbeschikkingstelling voor privégebruik van een bedrijfsmiddel kunnen als volgt worden samengevat:

Bedrijfsmiddel aangekocht vóór 1 januari 2011: de nieuwe regeling geldt niet. De oorspronkelijk afgetrokken btw blijft behouden. Over het privégebruik zal btw verschuldigd zijn. Nieuw is dat men hiervoor niet langer het voordeel alle aard inzake directe belastingen als basis mag nemen, maar dat men de btw moet berekenen over de voor het privégebruik gedane uitgaven (in principe 1/5 van de aanschaffingsprijs x privé%). Betreft het een personenwagen onderworpen aan de 50%-beperking van artikel 45, § 2 Wbtw, zal er slechts btw verschuldigd zijn op het privégebruik dat de 50% overstijgt.
Bv. aankoop van een wagen in 2010: 30.000 euro + 6.300 euro btw. De btw die in 2010 werd afgetrokken, 3.150 euro (6.300 x 50%), blijft behouden. Indien het privégebruik van het voertuig 70% bedraagt, is de btw op het voordeel alle aard gelijk aan 252 euro, als volgt berekend: [(30.000/5) x (70%-50%)] x 21%. Indien het privégebruik 35% zou bedragen, is er geen btw verschuldigd op het voordeel alle aard, aangezien dit privégebruik minder bedraagt dan 50%.
Bedrijfsmiddel aangekocht sinds 1 januari 2011: de nieuwe regeling is wel van toepassing. De aftrek dient te worden beperkt tot beloop van het beroepsgebruik, over het privégebruik zal geen btw verschuldigd zijn. Indien het een voertuig betreft dat onderworpen is aan de 50%-beperking van artikel 45, § 2 Wbtw, dan moet men het laagste aftrekbare percentage hanteren. Is het beroepsgebruik bv. 65%, dan kan men slechts 50% van de btw aftrekken; bedraagt het beroepsgebruik bv. 35%, dan kan men slechts 35% van de btw aftrekken.
Of het nu een bedrijfsmiddel betreft dat vóór of sinds 1 januari 2011 werd aangekocht, de btw-plichtige zal het privégebruik van elk bedrijfsmiddel dat zowel voor beroeps- als andere doeleinden wordt gebruikt, moeten ramen en continu opvolgen. Want indien de verhouding beroeps-/privégebruik verkeerd werd geraamd of wijzigt door omstandigheden (bv. een verhuis), dan zal ofwel de btw-aftrek moeten worden herzien ofwel zal de maatstaf voor de btw-heffing op het voordeel alle aard moeten worden aangepast, afhankelijk van de situatie die van toepassing is.
De aftrek van de btw geheven van de kosten ivm met het gebruik van het bedrijfsmiddel (onderhoud, herstelling, brandstof, telecomfactuur,…) moet eveneens beperkt worden tot beloop van het beroepsgebruik. Ook dit is een ingrijpende wijziging. Onder de oude regeling zat het privégebruik van deze kosten mee verrekend in het voordeel alle aard voor directe belastingen waarover btw werd afgedragen. Aangezien er nu geen btw meer verschuldigd is op het voordeel alle aard of omdat de btw op het privégebruik (afhankelijk van de situatie) enkel nog wordt berekend op de uitgave voor het bedrijfsmiddel zelf en niet op de “gebruikskosten” ervan, moet de btw-aftrek op dergelijke gebruikskosten van bij het begin worden beperkt.

Wat leasingauto’s betreft, gehuurde goederen worden niet beschouwd als bedrijfsmiddel in hoofde van de huurder, waardoor de nieuwe aftrekbeperking niet van toepassing is. Maar op basis van het algemene bestemmingsprincipe moet volgens de fiscus de aftrek van de btw geheven van de huurvergoeding beperkt worden in functie van het beroepsgebruik. Anderzijds kan er voor een gehuurd bedrijfsmiddel vanaf 2011 geen btw meer verschuldigd zijn op het privégebruik (voordeel alle aard). Dus ook voor bv. geleasede personenwagens zal een raming moeten gebeuren van de verhouding beroeps- versus privégebruik om de btw-aftrek vast te stellen voor alle kosten mbt het geleasede voertuig.
Vergoeding verschuldigd voor privégebruik
Rekent de btw-plichtige aan de gebruiker een vergoeding aan voor het privégebruik, dan is in beginsel de btw in hoofde van de btw-plichtige volledig aftrekbaar omdat de terbeschikkingstelling voor privédoeleinden in feite een btw-belaste verhuur is (voor auto’s wel rekening houden met een eventuele 50%-beperking). Er is geen btw verschuldigd op een voordeel alle aard. Maar de btw op de vergoeding voor het privégebruik moet berekend worden over minstens de ‘normale waarde’ (minimum maatstaf van heffing). Deze is volgens de administratie voor auto’s, tot nader order, nog steeds gelijk aan het voordeel alle aard voor de directe belastingen.
Er staan u dus zeer leuke rekensommetjes in het verschiet. Deze regeling zal in de praktijk ongetwijfeld leiden tot tal van moeilijkheden. Zo moet het privégebruik worden geraamd onder toezicht van de administratie, wat betekent dat voor elk bedoeld bedrijfsmiddel contact moet worden opgenomen met het bevoegde btw-controlekantoor. En bovendien zal het privégebruik per werknemer moeten worden opgevolgd, wat niet evident is voor bv. een onderneming met 1.000 firmawagens.
Deze nieuwe wetgeving is al in werking getreden sinds 1 januari 2011, dat wil zeggen dat accountants/boekhouders die voor 2011 al een deel van de btw op voordelen alle aard hebben aangegeven (bv. per maand of per kwartaal), of in dossiers waar in 2011 reeds gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen werden aangekocht, waarschijnlijk herzieningen zullen moeten doorvoeren om ervoor te zorgen dat de regels vanaf 2011 correct worden toegepast.
Bovenstaande is slechts een summiere commentaar van de nieuwe regeling, waar trouwens nog verschillende vraagtekens bij blijven openstaan. Zo moet nog verder worden bestudeerd hoe de regels moeten worden toegepast bij gemengde btw-plichtigen en gedeeltelijke btw-plichtigen. Ook bij eenmanszaken die de aftrek op bedrijfsmiddelen in het verleden al hebben beperkt, moet de impact van deze nieuwe regels nog verder worden bestudeerd. De komende weken zullen hierover diverse seminaries worden georganiseerd. 
Beslissing nr. ET 119.650 van 20 oktober 2011


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?