Doorlopende sponsoring niet vrijgesteld als steunverwervende activiteit

Gepubliceerd op 16 oktober 2017

Artikel 44, § 2, 12° Wbtw stelt vrij van btw, de leveringen van goederen en de diensten, verricht door instellingen waarvan de handelingen overeenkomstig artikel 44, § 2, 1° tot 4°, 6°, 7°, 9° en 11° zijn vrijgesteld, in samenhang met werkzaamheden die zijn bestemd ter verkrijging van financiële steun en die uitsluitend ten bate van henzelf zijn georganiseerd, mits deze vrijstelling niet tot concurrentieverstoring kan leiden.
De fiscus verduidelijkt het toepassingsgebied van deze vrijstelling in een nieuwe circulaire. Zo is de vrijstelling slechts van toepassing indien de drie volgende voorwaarden zijn voldaan:

de werkzaamheid ter verkrijging van steun wordt georganiseerd door de instelling zelf waarvan de handelingen in het kader van haar gebruikelijke activiteiten als btw-plichtige van de btw zijn vrijgesteld door artikel 44, § 2, 1° tot 4°, 6°, 7°, 9° en 11° Wbtw;
de werkzaamheid vormt geen economische activiteit van de btw-plichtige;
de werkzaamheid mag geen concurrentieverstoring veroorzaken met andere economische operatoren die gelijkaardige handelingen verrichten.

Een instelling zonder winstoogmerk die van btw is vrijgesteld door artikel 44, § 2, 7° Wbtw ( musea, monumenten, natuurmonumenten, plantentuinen en dierentuinen), gaat via haar website, een nieuwsbrief, de uitnodigingen, de toegangstickets enz…, publiciteit maken voor derden die hiervoor een vergoeding betalen. De instelling omschrijft deze activiteit zelf ook als doorlopende sponsoring.
Eén van de voorwaarden om steunverwervende activiteiten te kunnen vrijstellen van btw onder artikel 44, § 2, 12° Wbtw, is dat die activiteit geen economische activiteit mag vormen. Het moet gaan om een occasionele handeling. Voor de rulingcommissie hebben doorlopende handelingen, dan wel die handelingen die regelmatig terugkeren (wekelijks of maandelijks), geen occasioneel karakter. Dergelijke handelingen moeten dan ook als een economische activiteit aangemerkt worden.
Daarom kunnen de voormelde reclamediensten volgens de rulingcommsie dan ook niet vrijgesteld worden van btw als steunverwervende​ activiteit voor de door artikel 44, § 2, 7° Wbtw vrijgestelde activiteit.
Of die activiteit al of niet concurrentieverstorend zou zijn, is dan ook van geen belang meer.
Fisconetplus, voorafgaande beslissing nr. 2017.371, 6 juli 2017


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?