Door overheid opgerichte onderneming kan btw-plichtige zijn voor de uitvoering van publieke taken

Gepubliceerd op 1 mei 2018

Overeenkomstig artikel 13 van de btw-richtlijn worden niet als btw-plichtige aangemerkt: de staat, de regio’s, de gewesten, de provincies, de gemeenten en de andere publiekrechtelijke lichamen, voor wat betreft hun werkzaamheden of handelingen die zij als overheid verrichten (ook als zij daarvoor rechten, heffingen, bijdragen of retributies innen). De lidstaten kunnen de werkzaamheden van publiekrechtelijke lichamen die onder meer uit hoofde van artikel 132 van de btw-richtlijn van btw zijn vrijgesteld, als werkzaamheden van de overheid beschouwen.
Maar voor die werkzaamheden of handelingen waar de behandeling als niet-btw-plichtige zou leiden tot concurrentieverstoring van enige betekenis, moeten publiekrechtelijke lichamen wel als btw-plichtige worden beschouwd.
Eveneens worden ze als btw-plichtige beschouwd voor de werkzaamheden die opgenomen zijn in de bijlage I van de btw-richtlijn.
NTN is een in Hongarije gevestigde vennootschap met beperkte aansprakelijkheid zonder winstoogmerk die voor 100 % toebehoort aan de gemeente Nagyszénás. Die twee hebben een overeenkomst gesloten, waarbij NTN zich ertoe verbindt voor de gemeente publieke taken uit te voeren en goederen te verhuren, en dit tegen een door de gemeente te betalen vergoeding. De overeenkomst voorziet verder dat de gemeente bepaalde goederen ter beschikking moet stellen van NTN om die activiteiten te kunnen verrichten.
De publieke taken die NTN zal uitvoeren zijn:

het beheer van woningen en andere gebouwen;
het beheer van lokale openbare wegen;
het uitvoeren van quarantainemaatregelen;
de bestrijding van plagen en muggen;
het onderhoud van parken, openbare ruimte en andere groene gebieden;
het beheer van de installatie en van de diensten voor de destructie van dierlijk restmateriaal;
het onderhoud van de lokale markt.

NTN is volgens de overeenkomst ook verplicht de uitgevoerde taken te registreren. Indien een taak niet binnen de door gemeente gestelde termijn is uitgevoerd, is NTN verplicht aan de gemeente het gedeelte van de vergoeding terug te betalen dat overeenstemt met de geconstateerde tekortkoming.
Voor de publieke taken die NTN tegen betaling van een vergoeding uitvoert voor de gemeente, heeft NTN geen factuur uitgereikt en evenmin btw berekend over de door de gemeente als tegenprestatie betaalde vergoeding.
Volgens de Hongaarse fiscus is NTN wel een btw-plichtige en is er btw verschuldigd​ over de door de gemeente verschuldigde vergoedingen.
NTN daarentegen beschouwt zichzelf als een ‘entiteit die deel uitmaakt van de begroting’, omdat ze haar taken uitvoert middels door de gemeente ter beschikking gestelde middelen.
Volgens het Hof moet de werkzaamheid van NTN (bepaalde publieke taken uitvoeren op grond van een overeenkomst tussen NTN en de gemeente) beschouwd worden als een onder bezwarende titel verrichte dienst, die dus in principe aan de btw is onderworpen. De nationale rechter moet dit wel aftoetsten met de feitelijke gegevens van de zaak.
Verder stelt het Hof dat om ingevolge artikel 13 van de btw-richtlijn niet als btw-plichtige te worden beschouwd, er twee voorwaarden samen vervuld moeten zijn, namelijk dat die activiteiten:

uitgeoefend moeten worden door een openbaar lichaam;
verricht moeten worden als overheid.

Het Hof stelt vast dat NTN voor de uitvoering van de in de overeenkomst opgenomen publieke taken, niet beschikt over de aan de gemeente toekomende bevoegdheden van openbaar gezag.
Daarnaast zijn er nog een aantal kenmerken die doen vermoeden dat NTN niet voldoende geïntegreerd is in de organisatie van het openbaar bestuur van die gemeente om van een ‘publiekrechtelijk lichaam’ te kunnen spreken:

NTN is door de gemeente opgericht in de vorm van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid zonder winstoogmerk die ten opzichte van de gemeente een zekere mate van autonomie heeft in haar werking en dagelijks beheer.
De overeenkomst bevat bepaalde clausules die de gemeente in staat stellen toezicht te houden op de uitvoering van de aan NTN toevertrouwde taken, wat erop lijkt te wijzen dat de gemeente geen daadwerkelijke zeggenschap uitoefent.
Nergens blijkt uit de overeenkomst dat de gemeente bindende  richtsnoeren kan vaststellen die voor NTN bindend zijn bij de uitvoering van die taken.

Dictum van het Hof:

​Artikel 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat, onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter van de relevante feitelijke gegevens, een werkzaamheid als in het hoofdgeding, waarbij een vennootschap bepaalde publieke taken uitvoert op grond van een tussen die vennootschap en een gemeente gesloten overeenkomst, een onder bezwarende titel verrichte dienst vormt, die krachtens die bepaling aan de belasting over de toegevoegde waarde is onderworpen.
Artikel 13, lid 1, van richtlijn 2006/112 moet aldus worden uitgelegd dat, onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter van de relevante feitelijke gegevens en het relevante nationale recht, een werkzaamheid als in het hoofdgeding, waarbij een vennootschap bepaalde gemeentelijke publieke taken uitvoert op grond van een tussen die vennootschap en een gemeente gesloten overeenkomst, niet valt onder de in die bepaling neergelegde regel van behandeling als niet-belastingplichtige voor de belasting over de toegevoegde waarde wanneer die werkzaamheid een economische activiteit in de zin van artikel 9, lid 1, van die richtlijn vormt.​

HvJ, C-182/17, Nagyszénás Településszolgáltatási Nonprofit, 22 februari 2018


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?