De btw-gevolgen van de wijzigingen in het douanewetboek

Gepubliceerd op 24 oktober 2016

Vanaf 1 mei is op Europees niveau een nieuw douanewetboek in voege getreden. Bepaalde wijzigingen aan de oude regeling hebben ook hun impact op het vlak van btw. Onderstaande bepalingen zijn dan ook van toepassing vanaf 1 mei 2016.
Levering met vrijstelling wegens uitvoer
Een levering waarbij de goederen worden uitgevoerd buiten de EU, is onder meer vrijgesteld van btw in de volgende gevallen:

​de uitvoer van de goederen gebeurt door of voor rekening van de verkoper;
de uitvoer van de goederen gebeurt door of voor rekening van een niet in België gevestigde koper.

In beide gevallen treedt voor de btw de leverancier op als ‘uitvoerder’, aangezien hij voor zijn goederenlevering de btw-vrijstelling wegens uitvoer toepast.
Voor de nieuwe douanewetgeving is de uitvoerder de persoon die rechtstreeks betrokken is bij het vervoer van de goederen buiten de EU.
Bij een levering waarbij de koper de goederen komt of laat ophalen bij de leverancier in België om ze vervolgens uit te voeren is de uitvoerder:

voor btw, de leverancier aangezien hij de btw-vrijstelling toepast;
voor douane, de koper aangezien hij rechtstreeks betrokken is bij het vervoer buiten de EU.

Op het uitvoerdocument zal in vak 2 de uitvoerder op het vlak van douane vermeld moeten worden. Gelet op het belang van een uitvoerdocument op naam van de leverancier als onderdeel in de bewijslast van de uitvoer van de goederen in het kader van hun verkoop, werd beslist dat voortaan in geval van uitvoer steeds de naam en btw-nummer van de leverancier vermeld moeten worden in vak 44 van de aangifte ten uitvoer, ongeacht of de leverancier, dan wel iemand anders in vak 2 als uitvoerder van datzelfde formulier is opgenomen. De vermelding van het btw-nummer is niet verplicht wanneer die leverancier een buiten de EU gevestigde onderneming is die in geen enkele lidstaat van de EU voor de btw is geïdentificeerd.
Regeling ‘behandeling onder douanetoezicht’
De douaneregeling ‘behandeling onder douanetoezicht’ wordt opgenomen in de regeling ‘actieve veredeling’. Voor btw lag het verschil erin dat wanneer goederen bij binnenkomst in de EU onder de regeling ‘behandeling onder douanetoezicht’ werden geplaatst, de invoer-btw toch op dat moment verschuldigd was (de goederen zijn immers bestemd voor de EU-markt). Bij een plaatsing onder de regeling ‘actieve veredeling’ werd de invoer-btw geschorst omdat de goederen bestemd zijn voor wederuitvoer.
In feite verdwijnt de regeling behandeling onder douanetoezicht en voor de houders van deze vergunning zal het gebruik ervan beschouwd worden als actieve veredeling met schorsing (ook de regeling actieve veredeling met teruggaaf verdwijnt), waardoor sinds 1 mei 2016 de invoer-btw onder deze vergunningen ook wordt geschorst voor goederen die na behandeling bestemd zijn voor de EU-markt.
De beslissing vermeldt​ niets over het toe te passen tarief wanneer de btw achteraf alsnog verschuldigd wordt, maar we vermoeden dat de fiscus steeds het btw-tarief zal toepassen bij de onttrekking van de goederen aan de schorsingsregeling.
Fisconetplus, beslissing nr. E.T. 129.169, 20 mei 2016


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?