Btw-vrijsteling ook voor verhuur van yachten en pleziervaartuigen gebruikt voor commerciële activiteit

Gepubliceerd op 24 oktober 2016

Artikel 42, § 1 Wbtw stelt onder meer vrij van btw, de levering van zeeschepen bestemd voor passagiers- of goederenvervoer tegen betaling, voor de visserij of, meer algemeen, voor de uitoefening van enigerlei industriële of handelsactiviteit. De verhuur van deze schepen is eveneens van btw vrijgesteld.
Een onderneming die een jacht van 26 meter lang verhuurt, draagt over deze ontvangsten geen btw af. Ze beroept zich op voormelde vrijstelling.
De fiscus weigert de ontvangen huurgelden vrij te stellen omdat jachten en plezierboten van deze vrijstelling uitgesloten zouden zijn overeenkomstig punt 11 van de administratieve circulaire nr. 24 van 29 augustus 1978 (zie ook beslissing nr. E.T. 11.510 van 30 september 1992).
Hoewel een circulaire geen wettelijke kracht heeft, stelt de fiscus dat de circulaire enkel de uitvoering is van de bevoegdheid die door artikel 42 aan de Koning wordt toegekend om de beperkingen en de voorwaarden voor de toepassing van betrokken vast te stellen. Maar het Hof van beroep volgt deze zienswijze niet en stelt dat de Koning nooit van de hem toegekende delegatiebevoegdheid in deze gebruik heeft gemaakt. Noch de nationale, noch de Europese btw-wetgeving voorziet dat jachten en plezierboten van deze vrijstelling uitgesloten worden.
De circulaire waarop de fiscus zich beroept wijzigt volgens het Hof de wettelijke voorwaarden voor de betrokken vrijstelling en voegt er een voorwaarde aan toe. Dergelijke circulaire is voor een btw-plichtige niet bindend.


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?