Btw-entrepot: nieuw KB 54 gepubliceerd

Gepubliceerd op 12 januari 2024

Ingevolge een arrest van het Grondwettelijk Hof (nr. 9/2023 dd. 19.01.2023), dat besliste dat artikel 39quater, § 1, 2de lid Wbtw (de btw-vrijstelling voor btw-entrepot) de artikelen 10, 11, 170, § 1, en 172, 2de lid, van de Grondwet schendt omdat het een te ruime machtiging geeft aan de Koning en daardoor op gespannen voet staat met het grondwettelijk legaliteitsbeginsel, verhuisde de wetgever de essentiële bepalingen over de btw-vrijstelling voor btw-entrepot van KB 54 naar artikel 39quater Wbtw (wet van 23 november 2023, B.S. dd. 01.12.2023).

Met het KB van 21 december 2023 (B.S. dd. 29.12.2023) worden met ingang van 29 december 2023 die verhuisde bepalingen geschrapt. Anderzijds neemt de wetgever in het nieuwe KB 54 de bepalingen op uit de circulaire 14/2003 inzake btw-entrepot, om het dwingende karakter ervan te versterken en meer rechtszekerheid te bieden aan de btw-plichtigen. Dat nieuwe KB 54 legt onder meer het volgende vast (zoals voorzien in de machtiging aan de Koning opgenomen onder paragraaf 7 van artikel 39quater Wbtw):

  • de wijze van betaling van btw bij een regularisatie van de btw-vrijstelling voor btw-entrepot;
  • de procedure voor het aanvragen en uitreiken van de vergunning btw-entrepot;
  • de verplichtingen van de personen die gebruik maken van dit vrijstellingsregime;
  • de sancties in geval van inbreuken op dit regime.

Ook de bijlage van KB 54 oud, met de goederen die onder de regeling btw-entrepot kunnen worden geplaatst, wordt niet hernomen in het nieuwe KB 54 omdat die lijst nu is opgenomen in artikel 39quater, § 3, 2de lid Wbtw.


Opeisbaarheid bij regularisatie

De btw-vrijstelling voor handelingen onder de regeling btw-entrepot wordt voorlopig toegekend. Ze wordt definitief (zonder dat de vrijstelling geregulariseerd moet worden) als de goederen:

  • het voorwerp uitmaken van een levering onder bezwarende titel met handhaving van de regeling btw-entrepot (artikel 39quater, § 5, 2de lid, 1° Wbtw);
  • aan de regeling onttrokken worden ingevolge hun levering onder bezwarende titel zonder handhaving van de regeling (artikel 39quater, § 5, 2de lid, 2° Wbtw);
  • uit het btw-entrepot weggenomen worden los van elke handelstransactie ter bestemming van een ander land dan België (artikel 39quater, § 5, 2de lid, 3° Wbtw).

Als los van enige handelstransactie de goederen onttrokken worden aan de regeling btw-entrepot en in België blijven, ofwel buiten België maar binnen de Gemeenschap worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van hun eigenaar met het oog op bepaalde niet-overbrengingen of in het kader van de bijzondere regeling voor voorraad op afroep, dan wordt de btw verschuldigd op de aan die onttrekking voorafgaande handeling, en dus moet die voorlopige vrijstelling geregulariseerd worden.

Is de te regulariseren handeling een invoer van goederen, dan neemt het nieuwe KB 54 de bepalingen over uit het randnr. 35 van de circulaire 14/2003. Dat houdt in dat (artikel 2, 2de lid, 1° KB 54):

  • bij de douane een verbeterende invoeraangifte wordt ingediend, uiterlijk de donderdag van de week volgend op die waarin de goederen aan het btw-entrepot zijn onttrokken;
  • de btw op die invoer voldaan wordt volgens de gebruikelijke wijze (bij de douane of via de verlegging van heffing op basis van een vergunning ET. 14.000).

Waar het gaat om een andere te regulariseren handeling, neemt de schuldenaar van de btw deze op in zijn periodieke btw-aangifte voor het aangiftetijdvak waarin de btw opeisbaar wordt (artikel 2, 2de lid, 2° KB 54).


Vergunning btw-entrepot

Er is geen sprake meer van de vereiste van een algemene vergunning voor de vrijstelling zoals vermeld in de circulaire 14/2003. De vrijstelling is toch van toepassing van zodra de voorwaarden vervuld zijn.

Enkel de ‘bijzondere’ vergunningen (formele vergunningen uitgereikt door de AAFISC of de AADA) worden nog formeel gereglementeerd. Zo’n vergunning is nodig voor het toepassen van de btw-vrijstelling btw-entrepot voor wat betreft de plaatsing van goederen onder die regeling en de diensten verricht aan die goederen vóór hun plaatsing onder die regeling. De modaliteiten van de aanvraag en de uitreiking van deze vergunning is opgenomen in artikel 3 KB 54.

Wat de inhoudt van de aanvraag van de vergunning betreft voor het plaatsen van goederen onder de regeling btw-entrepot, herneemt artikel 3, § 2, 1ste lid KB 54 in grote lijnen de gegevens vermeld onder randnr. 118 van de circulaire 14/2003:

  • naam, adres en btw-nummer van de aanvrager (of, in voorkomend geval, het globale btw-nummer van de vooraf erkend persoon);
  • de hoedanigheid van de aanvrager;
  • de aard van de opgeslagen goederen aangevuld met een omschrijving ervan op basis van de GN-code;
  • de nauwkeurige omschrijving van de plaats waar de goederen zullen worden opgeslagen;
  • in voorkomend geval, de identificatie van het douane-entrepot waarin de goederen zullen worden opgeslagen, alsmede de identiteit van de houder van de vergunning van dit douane-entrepot.

Voor de aanvraag van een vergunning voor het verrichten van diensten aan goederen vooraleer ze worden geplaatst onder de regeling btw-entrepot, herneemt artikel 3, § 2, 2de lid KB 54 in grote lijnen de gegevens vermeld onder randnr. 123 van de circulaire 14/2003:

  • het nummer van de vergunning van het entrepot waarin de goederen zullen worden opgeslagen na het verrichten van diensten alsook een nauwkeurige omschrijving van de plaats waar die goederen zullen worden opgeslagen;
  • de omschrijving van de te verrichten diensten;
  • de naam, het adres en het btw-nummer van de dienstverrichter;
  • de duur en de voorziene einddatum van de diensten;
  • de GN-code van de goederen in de staat waarin ze zich zullen bevinden na de uitvoering van de diensten.


Bijzonder stuk

Als los van enige handelstransactie de goederen onttrokken worden aan de regeling btw-entrepot en buiten België maar binnen de Gemeenschap worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van hun eigenaar met het oog op bepaalde niet-overbrengingen of in het kader van de bijzondere regeling voor voorraad op afroep, dan moet de eigenaar van die goederen een bijzonder stuk opmaken. Volgens artikel 4, 1ste lid KB 54 moet dit stuk de volgende gegevens vermelden (zie ook randnr. 149 van de circulaire 14/2003):

  • naam, adres en btw-nummer of, in voorkomend geval, het nationaal fiscaal nummer van de eigenaar van de goederen of, in voorkomend geval, het globale btw-nummer toegekend aan de vooraf erkende persoon;
  • naam, adres en btw-nummer van de houder van de vergunning;
  • het nummer van de vergunning van het entrepot waaruit de goederen worden uitgeslagen;
  • als de goederen worden overgebracht naar een ander in België gelegen btw-entrepot en de plaatsing in dat entrepot toegelaten is, het nummer van de vergunning van dat laatste entrepot;
  • een omschrijving van de aard, de hoeveelheid en de waarde van de goederen.

Deze verplichting geldt ook als de goederen los van enige handelstransactie door de eigenaar worden uitgevoerd.

Als de goederen geplaatst worden onder de regeling btw-entrepot ingevolge een binnenlandse overbrenging van goederen in België, los van enige handelstransactie, dan stelt de eigenaar van de goederen een bijzonder stuk op dat ingevolge artikel 4, 2de lid KB 54 de volgende vermeldingen bevat:

  • naam, adres en btw-nummer of desgevallend het nationaal fiscaal nummer van de eigenaar van de goederen of, in voorkomend geval, het globale btw-nummer van de vooraf erkend persoon;
  • naam, adres en btw-nummer van de houder van de vergunning btw-entrepot;
  • het nummer van de vergunning van het entrepot waarin de goederen worden opgeslagen;
  • een omschrijving van de aard, de hoeveelheid en de waarde van de goederen.


Verplichtingen van de vergunninghouder – inhoud van de documenten

Artikel 5, § 1 KB 54 legt de verplichtingen vast die de houder van de vergunning moet naleven, zoals het opmaken van op- en uitslagdocumenten, het bijhouden van de registers van op- en uitslagdocumenten en het opmaken van voorraadfiches

Paragraaf 2 van dat artikel 5 KB 54 legt de inhoudt vast van de op- en uitslagdocumenten, van de registers van op- en uitslagdocumenten en van de voorraadfiches.

En de derde paragraaf regelt de bijzondere vermeldingen op de factuur voor een binnenlandse levering met vrijstelling van btw wegens plaatsing in btw-entrepot of met behoud van de regeling btw-entrepot en voor de diensten waarop deze vrijstelling wordt toegepast.


Intrekking van de vergunning

Artikel 6, 1ste lid KB 54 nieuw herneemt de bepaling van artikel 12 KB 54 oud dat de fiscus de vergunning kan intrekken als deze werd uitgereikt op basis van een onjuiste verklaring of wanneer de voorwaarden waarvan de vrijstelling afhangt niet worden nagekomen. Maar er wordt in het tweede lid van dat artikel ook in een nieuwe bepaling voorzien dat de vergunning kan worden ingetrokken als de fiscus misbruik of poging tot misbruik vaststelt of als controleopdrachten van btw-ambtenaren worden belemmerd.


KB nr. 54 van 21 december 2023, B.S. 29 december 2023


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?