Boete van 200% terecht verminderd naar 50% wegens kleinschaligheid fraude en eerder passieve betrokkenheid

Gepubliceerd op 1 mei 2018

In het kader van een fraudeonderzoek bij een drankenhandel voor leveringen aan btw-plichtigen waarvoor geen factuur wordt uitgereikt, wordt bij een van de afnemers btw ingevorderd op niet aangegeven omzet, vermeerderd met een boete van 200%.
Het Hof van Beroep in Gent (dd. 05.04.2016) verminderde de boete tot 50%, waartegen de fiscus een voorziening in Cassatie indiende.
Cassatie bevestigt nu de uitspraak van het Hof van Beroep.
De rechters mogen een fiscale boete toetsen, maar dit toetsingsrecht houdt niet in dat de rechter op grond van een subjectieve appreciatie van wat hij redelijk acht, om loutere redenen van opportuniteit en tegen wettelijke regels in, boeten kan kwijtschelden of verminderen.
Volgens Cassatie heeft het Hof van Beroep de verlaging van de boete naar 50% voldoende gemotiveerd::

de omvang van de boete is niet in redelijke verhouding met de relatief beperkte omvang van de fraude;
het opleggen van de boete mag niet tot gevolg hebben dat de btw-plichtige onredelijk zwaar gestraft wordt; 
rekening houdend met slechts beperkte drankenafnames, is de btw-plichtige niet de bedenker​ van het grootschalig zwart circuit en speelde hij eerder een passieve rol in een fraudesysteem dat door de leverancier werd aangeboden;
een effectieve belastingverhoging van 50% is in redelijke verhouding met de zwaarte van de inbreuken en de concrete context waarin de fraude zich heeft afgespeeld.

Cassatie, rolnr. F.16.0160.N, 18 januari 2018


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?