Beleggingsadvies is aan btw onderworpen dienst

Gepubliceerd op 24 oktober 2016

Volgens het Hof van Justitie (C-44/11, Deutsche Bank AG, 19 juli 2012) maakt vermogensbeheer (portefeuillebeheer) een dienstverrichting uit die is samengesteld uit twee elementen, met name:

de analyse van en het toezicht op het vermogen van de cliënt-belegger en;
de eigenlijke aankoop en verkoop van effecten.

Deze beide elementen staan volgens het Hof op gelijke voet met elkaar en vormen samen één enkele dienstverrichting die voor geen enkele btw-vrijstelling in aanmerking komt. Dergelijk portefeuillebeheer is dus in principe een dienst die tegen het normale tarief aan btw is onderworpen.
Dergelijk “portefeuillebeheer” kan worden gedefinieerd als het discretionair en individueel beheer van portefeuilles van spaarders (voor zover die portefeuilles één of meerdere financiële instrumenten omvatten zoals gedefinieerd in artikel 2, eerste lid, 1°, van de wet van 02.08.2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten):

dat gebeurt op grond van een door de cliënt gegeven opdracht en;
waarbij de portefeuillebeheerder dus vrij is op eigen initiatief daden van beschikking te stellen betreffende deze vermogensbestanddelen.

Beleggingsadvies (adviserend beheer) kan daarentegen worden gedefinieerd als het geven van gepersonaliseerde aanbevelingen aan een cliënt, hetzij op diens verzoek, hetzij op initiatief van de dienstverrichter, met betrekking tot één of meer transacties die met financiële instrumenten verband houden. De cliënt kan vervolgens effecten aankopen of verkopen of daartoe de opdracht geven aan de verstrekker van beleggingsdiensten of aan enigerlei andere financiële instelling.
De fiscus neemt voormelde standpunten van het Hof van Justitie over in een nieuwe beslissing die op 1 juli 2015 in werking treedt.
Zelfs wanneer die beleggingsadviseur vervolgens in opdracht van de klant overgaat tot aan- en/of verkoop van effecten, staat deze handeling los van het beleggingsadvies. Dergelijke adviesverlening is aan de btw onderworpen terwijl de aan- en/of verkoop van effecten van de btw is vrijgesteld door artikel 44, § 3, 10° Wbtw.
Indien de beleggingsadviseur een globale prijs aanrekent voor zowel de dienst van adviesverlening als voor de er op volgende verrichting van aan- en/of verkoop van effecten, moet deze globale prijs uitgesplitst worden zodat de prijs voor de dienst van adviesverlening onderworpen is aan de btw tegen het normaal btw-tarief.
Fisconetplus, beslissing nr. E.T. 124.567, 10 april 2015​


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?