Uitstel btw-verplichtingen – zomerregeling 2019

Gepubliceerd op 8 juli 2019

Naar jaarlijkse gewoonte verleent de fiscus ook deze zomer uitstel voor diverse verplichtingen. Let op, voor de MOSS-aangifte geldt geen uitstel omdat de Europese reglementering dit niet toelaat.

Btw-aangifte
De maandaangiften voor de handelingen van juni 2019 en de kwartaalaangiften voor de handelingen van het tweede kwartaal 2019, moeten in plaats van uiterlijk 22 juli 2019, ten laatste op 9 augustus 2019 ingediend zijn.
De maandaangiften voor de verrichtingen van de maand juli 2019 moeten in plaats van tegen 20 augustus 2019 ten laatste op 10 september 2019 ingediend worden.

IC-listing
De IC-listing voor de handelingen van het tweede kwartaal 2019 of de handelingen van de maand juni 2019 moet ten laatste op 9 augustus 2019 worden ingediend (in plaats van 22 juli 2019); die voor de handelingen van juli 2019 ten laatste op 10 september 2019 (in plaats van 20 augustus 2019).

Betalingen
Voor betalingen staat de fiscus geen uitstel toe. Die vervaldagen blijven dus 22 juli en 20 augustus 2019. Als de verschuldigde btw niet tijdig is betaald, zullen er automatisch nalatigheidsinteresten op de rekening-courant aangerekend worden.
Onder de volgende voorwaarden zal de fiscus die interesten automatisch annuleren:

de btw die moet worden betaald op basis van de btw-aangifte (vak 71 van de aangifte van het 2de kwartaal of juni 2019) is niet hoger is dan € 125.000;
betaling uiterlijk op 22 juli 2019 van:

de verschuldigde btw voor de vroegere kwartalen of maanden;
en, een bedrag minstens gelijk aan het bedrag ingeschreven in vak 71 van de aangifte van het eerste kwartaal, respectievelijk van de maand mei 2019;

uiterlijk op 9 augustus 2019:

​indiening van de aangifte voor de handelingen van het 2de kwartaal of de maand juni 2019;
betaling van het bedrag dat verschuldigd blijft voor de handelingen van het 2de kwartaal of de maand juni 2019.

Voor de btw van de handelingen van de maand juli 2019 is voor de automatische kwijtschelding van die nalatigheidsinteresten vereist dat:

de btw die moet worden betaald op basis van de btw-aangifte (vak 71 van de aangifte van juli 2019) is niet hoger is dan € 125.000;
betaling, uiterlijk op 20 augustus 2019 van:

al de bedragen verschuldigd voor de handelingen van juni en de vroegere maanden;
en van een som die ten minste gelijk is aan het bedrag ingeschreven in vak 71 van de aangifte voor de handelingen van juni 2019;

uiterlijk op 10 september 2019:

indiening van de aangifte van de handelingen van juli 2019;
betaling van het bedrag dat verschuldigd blijft voor de handelingen van juli 2019.

Uiteraard mogen btw-plichtigen bij de uit te voeren betalingen rekening houden met een beschikbaar creditsaldo op hun rekening-courant. Het belastingkrediet dat, per einde juli 2019, aan de voorwaarden voldoet van art. 8/1, § 2 van het KB nr. 4 om te worden terugbetaald, mag niet worden beschouwd als beschikbaar.

FOD Financiën, bericht 3 juli 2019​


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?