Ook btw-vrijstelling voor interne diensten voor preventie en bescherming op het werk

Gepubliceerd op 16 juli 2017

Artikel 44, § 2, 2° Wbtw stelt vrij van btw, de diensten en leveringen van goederen die nauw samenhangen met maatschappelijk werk, met de sociale zekerheid en met de bescherming van kinderen en jongeren en die worden verricht door publiekrechtelijke lichamen of door andere organisaties die door de bevoegde overheid als instellingen van sociale aard worden erkend. Hieronder vallen onder meer de externe diensten erkend bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk.
In een nieuwe circulaire verduidelijkt de fiscus dat deze vrijstelling ook van toepassing is op de Gemeenschappelijke Interne Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk (GIDPBW) die via een afzonderlijke entiteit (met of zonder rechtspersoonlijkheid) zijn opgericht. Zo’n GIDPBW moet voldoen aan de voorwaarden van het KB van 27 oktober 2009 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, genomen ter uitvoering van artikel 38, § 1, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (programmawet dd. 11.07.2005, BS dd. 12.07.2005; beslissing nr. E.T.94.156 dd 25.07.2005).
Voormelde GIDPBW’s en externe diensten verrichten immers in het licht van de wet van 4 augustus 1996 diensten van dezelfde aard (risicobeheer, medisch toezicht …) en moeten dus een gelijke btw-behandeling ondergaan.
Fisconetplus, circulaire nr. 48, 14 juli 2017


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?